- Weer
- Login
Coudewater, waarvan de naam mogelijk al veel ouder is, is ontstaan in 1434 als een dubbelconvent van de orde van Sint Birgitta (gesticht door de adellijke Birgitta van Zweden). Het ontstaan is te danken aan Peter de Gorter die er een bijenstal had. Toen hij op een goed ogenblik een van de bijenkorven controleerde zag hij dat de bijen met de zuiverste en witste bijenwas een dubbelklooster en een kapel aan het boetseren waren. De te hulp geroepen geestelijkheid van Rosmalen en Maliskamp heeft dat bevestigd. Het verhaal kwam ter ore van Vrouwe Milla de Kampen en die heeft ter plaatse de dubbelabdij gesticht. Een klooster voor de paters en broeders en een klooster voor de nonnen. Moeder abdis was de baas van het geheel.
De abdij heette oorspronkelijk Maria Ad Aquas Frigidas hetgeen betekent, Maria van de Koude Wateren. Al snel kreeg het convent de naam Mariënwater. In redelijk korte tijd na het ontstaan kwam het klooster tot grote bloei mede door de beelden van de Meester van Coudewater en het eigen scriptorium. Maarten van Rossum die op een van zijn tochten danig te keer ging in 's-Hertogenbosch en Hintham kwam voorbij en keek niet naar de welvarende abdij om dank zij een sauvegarde (vrijbrief) van de Hertog van Gelre. De Beeldenstorm van 1566 is ook aan Coudewater niet voorbij gegaan. In 1572 waren de paters en zusters genoodzaakt toevlucht te zoeken in 's-Hertogenbosch. Pas in 1584 konden ze terugkeren naar Coudewater.
De order van Frederik Hendrik bij de inname van 's-Hertogenbosch in 1629 dat de geestelijkheid moest verdwijnen uit stad en ommelanden en dat de kloosters geconfisqueerd zouden worden had ook voor de abdij ernstige gevolgen. Nadat het gebied bij de Vrede van Munster in 1648 Staats geworden was werd het klooster van de helft van zijn bezittingen beroofd. De mannen stichtten de abdij van Hoboken in 1657. Later werd door de Staten-Generaal ook de rest van het klooster verbeurd verklaard. De zusters waren bang dat het klooster zou worden verkocht en zochten naar een alternatief, dat ze uiteindelijk vonden in het nabijgelegen Land van Ravenstein. Zij betrokken te Uden in 1713 een oud Kruisherenklooster, en richtten daar het klooster Maria Refugie op. Daarmee kwam een einde aan de dubbelabdij op Coudewater. De Staten van Holland verkochten heel Coudewater aan de toenmalige Secretaris van Rosmalen: Herman Cremers. Na diens dood in 1723 kende het landgoed vervolgens een aantal welgestelde families als eigenaren.
In 1870 werd er een psychiatrisch ziekenhuis opgericht. Twee doktoren van het overbevolkte Geneeskundig Gesticht Reinier van Arkel (toen nog gevestigd in de binnenstad van ’s-Hertogenbosch) wensten al lang een tweede gesticht elders. Een wens die door de regenten van de Godshuizen niet gehonoreerd werd. Daarom besloten de beide artsen, dr. E. van den Bogaert en dr. L. Pompe, zelf een “Maatschappij tot verpleging van krankzinnigen op het land” op te richten. Deze maatschappij kocht met behulp van aandeelhouders het landgoed Coudewater. Omdat de Maatschappij er in slaagde om een provinciaal contract voor verpleging van geesteszieken in de wacht te slepen (marktwerking, toen al) kon vanaf 1 december 1870 gestart worden met de opname van ruim 200 patiënten.
Het was de bedoeling Coudewater te bouwen volgens het toen veelgeprezen Cottage-concept: een klein administratief centrum met daarom heen paviljoens (cottages) met een huiselijke sfeer. Door de directe grote toevloed van patiënten werden het echter grote gebouwen waarin veel patiënten tegelijk konden worden opgenomen. Coudewater werd gebouwd als een halve cirkel. De basis werd het hoofdgebouw met in het midden het bestuur en de administratie. Aan de beide uiteinden waren de afdelingen voor de patiënten, mannen en vrouwen gescheiden. Rechts en links naast het hoofdgebouw kwam een paviljoen. Vanuit deze paviljoenen vormde de rest van de bebouwing een halve cirkel. In het centrum kwam een complex met keuken, kapel en klooster. In de loop der jaren werden steeds nieuwe gebouwen gesticht ten behoeve van allerlei dienstverlenende onderdelen en in het kader van de zelfverzorgingsfunctie van het “krankzinnigengesticht”.
In 1916 werd de Maatschappij (met winstoogmerk) omgezet in een Vereniging (zonder winstdoel). De naam luidde: “Coudewater, Vereeniging tot verpleging van zwak- en krankzinnigen op het land”. Met het vertrek in 1919 van de mannelijke religieuzen (die als verplegers functioneerden) vertrokken ook de mannelijke patiënten waarna Coudewater een psychiatrisch ziekenhuis werd voor alleen vrouwelijke patiënten. In 1975 werden weer mannelijke patiënten opgenomen.
In de loop van vele tientallen jaren evolueerde Coudewater mee met de ontwikkelingen in de psychiatrie en groeide uit van een zeer gesloten gemeenschap tot het open en toegankelijke psychiatrisch ziekenhuis van vandaag de dag. Er werd regelmatig gesloopt en ook weer veel nieuw gebouwd.
Voor een fraaie luchtfoto van de situatie in het midden van de 80-er jaren: lees verder.
Sinds 1985 waren het landgoed en de gebouwen in het bezit van GGZ Oost Brabant. Deze instelling is ontstaan uit meerdere fusies. In 1990 gingen Coudewater en Huize Padua in Boekel samen verder als IPZ. In 1995 fuseerde het IPZ met twee andere grote partijen: het Regionaal Instituut voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (RIAGG) Noord-Oost Noord-Brabant en de Regionale Instelling Beschermende Woonvormen (RIBW). Begin 1998 is ook de juridische fusie rond en is de Stichting Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) Oost Brabant een feit.
Volgens haar website uit 2010 wilde GGZ Oost Brabant cliënten met een langdurende zorgvraag behandeling, dagactiviteiten en woon- en verblijfsvoorzieningen bieden.
Na 2010 evenwel veranderde de gezondheidszorg op allerlei wijzen. Dat leidde tot vragen over de bestaanszekerheid van de voorzieningen op Coudewater. In 2015 besloot de Raad van Bestuur van GGZ Oost Brabant de activiteiten op Coudewater definitief te ontmantelen en over te hevelen naar onder meer Boekel. De laatste bewoners verhuisden medio 2018. Op 15 september 2018 was een Open Dag de laatste activiteit van GGZ op Coudewater.
Hoewel GGZ Oost Brabant niet anders kon dan Coudewater vaarwel zeggen, liet ze het landgoed niet zomaar uit haar handen vallen. In overleg met de gemeente 's Hertogenbosch werd jarenlang gewerkt aan een nieuwe structuurvisie die de cultuurhistorische waarde voor altijd moest beschermen. In 2016 stemde de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch in
met de structuurvisie voor het landgoed.
De nieuwe toekomstige eigenaar van het landgoed zou er voorzieningen mogen realiseren voor werken, (sociale) woningbouw, zorg en recreatie – maar alleen met respect voor de eeuwenoude historie. De functie van het landgoed verandert, en de historie blijft behouden.
In januari 2019 werd bekendgemaakt dat GGZ Oost Brabant met Van Wanrooij Projectontwikkeling BV uit Geffen een overeenkomst had gesloten voor de verkoop van het Landgoed Coudewater. De projectontwikkelaar zal op het gebied woningbouw gaan realiseren. Ook wordt een deel van het terrein gebruikt voor een nieuwe golfbaan van de Golfclub Landgoed Coudewater (tot 2021 Golfclub Rosmalen geheten). Deze nieuwe golfbaan (met ook een nieuw clubhuis) is in 2020 en 2021 gerealiseerd.
Samenstelling: Cor ten Donkelaar (laatste aanpassing januari 2022)
Bronnen: